woensdag 4 maart 2015

Dag Mevrouw Zevenstaart,

Heb een weerspannige kast. Ze heeft de gewoonte om wat ik niet nodig heb, mij toe te werpen, als ik het waag in haar buurt te komen. En. Hier komt het. Wat ik wél nodig heb, verdwijnt in de kast. Over vermindert zienderogen. Terwijl je kijkt, wordt het stapeltje minder. Vervelend hoor. Je zult vast denken, wat soort dingen. Wel mijn sokken. Mijn ondergoed. Een belangrijk gegeven voor een heer. Geef wel toe. Heren dragen Foute sokken. Ze hebben daar geen goede smaak voor. Dat vindt mijn kast misschien ook wel. Maar ze verdwijnen. In mijn kast geen onderbroeken. Geen sokken. En wat werpt het me toe. Pakken zakdoeken en allerlei pleisters. Geef toe, die heb ik niet alle dagen nodig. Maar dat mijn kast gaat bepalen hoe ik buiten kom. Dat gaat te ver. 
Kan jij me soms helpen? Zoek een oplossing. Hoorde van jouw kastje zonder vriendje. Zou ik die even mogen lenen? Misschien komt er dan rust in het kast-bestaan. Het is niet zo handig mijn kast naar jou te brengen. Dan moet ik met hoed en zonder ondergoed naar buiten om mijn kast te deren. Dat gaat wat te ver. Hoop dat jij jouw kast kan missen. En dat je niet half naakt moet lopen om je spullen uit de kast te halen. Zou te veel gepraat worden over onze kasten in de straat. Daar zit ik niet op te wachten.

Hoop dat je het geen oneerlijk voorstel vindt.
En dat je in stilzwijgen deze brief leest.

                                     Met dank, 

                                                   Meneertje Pêdon

Geen opmerkingen:

Een reactie posten