woensdag 1 april 2015

Dag Mevrouw Zevenstaart,
Zit even in de kelder.
De kelderman slaapt zijn roes uit. En ik zit met een houten kop in de kelder. Even hout zijn bij het hout. Het hout van de kelder. Dat geeft een groepsgevoel. En het licht is hier gedempt. Dat doet mijn kop en het alleen zijn even goed. Was gisteren zo'n mooi feest. Zo veel liefde , warmte en eten. Dat ik nu in de kelder zit om even mezelf te zoeken en te schrijven. Van dat schrijven komt niet zo veel over de brug. Dat voel ik. Is te stil in mij. Ben nog te veel in het park na het feest. De gloed is nog te veel in mij. Ze speelt me tussen de regels in de adem van ruimte zonder woorden. De bomen, de zon, het gras. Het water. Verloren droomballonnen. En de adem van het leven dat me lief is. Het leven heeft me lief, Mevrouw Zevenstaart. 
En al zit ik in de kelder met een houten hoofd.
De liefde blijft.
Voel het aan mijn tenen. Ze krullen zich van levenslust.
Wat een leven!
Dag Mevrouw zevenstaart.

Meneertje Pêdon.






foto: F. Luttens

Geen opmerkingen:

Een reactie posten